Heule

 Wapen van Heule

wapenheule.gif

In goud een schildhoofd van keel beladen met 3 palen van zilver

Het wapen van Heule werd erkend door Koninklijk Besluit van 5 november 1913.

(M.SERVAIS, Wapenboek van de provinciën en gemeenten van België, Luik, 1955, p. 115 en 851). Door de samenvoeging van de gemeenten werd Heule in Kortrijk opgenomen dat vanaf 1 januari 1977 het  vroegere wapen van de stad Kortrijk voor de gehele nieuwe entiteit mag voeren.

Het wapen van Heule kende een hele geschiedenis. Het werd reeds gevoerd door de familie van Heule alias van Zomergem. Het wapen komt reeds voor op de zegels van Wouter I van Zomergem (1195-1233) die toen hij heer van Heule werd zich ook van Heule ging noemen.

Er zijn zegels bewaard van 1218, 1219, 1223 en 1226. Ook van zijn opvolger Willem van Heule zijn mooie exemplaren bewaard gebleven. Op deze zegels ziet men natuurlijk geen kleuren ! Ook de familie Boetelin bleef dit wapen voeren : Rogier Boetelin kreeg van de vorst de toelating om de naam én het wapen van de familie van Heule  voor hem en zijn nakomelingen over te nemen.

De kleuren van het wapen kennen we uit het bekende Wapenboek van Gelre. Gelre geeft dus het oude wapen van Heule en niet dit van de familie Fléchin of Boetelin.

Oudste schrijfwijzen

Oudste schrijfwijzen
111 : Hula ( à betekenis HS) Ontleende zijn naam aan de gelijknamige beek (à HS)
1122 : Hule
1131 : Hola
1143 : Huila
1206 : Huela
1209 : Huele
1211 : Hoele
1222 : Heule

VERKLARING HEULE
Waternamen hebben dikwijls een heel verre oorsprong die soms moeilijk te achterhalen is. Dit is ook bij ‘Heule’ het geval.
Volgens Prof. M. GYSSELING is de naam prehistorisch zoals de meeste waternamen. De naam verwijst wellicht naar de eigenschap van de bijrivier: glanzend (afgeleid van een grondwoord akeu, bij uitbreiding keul. Door germanizering greep er een verschuiving van de k naar de g plaats). De dorpsnaam komt dus van de naam van de beek en niet omgekeerd. Verklaringen die terugvallen op het Middelnederlands zijn minder geloofwaardig.

Aardrijkskundige gegevens

Oppervlakte : 1170 ha
Aard van grond : zandlemig
Heule ligt aan de sterk meanderende Heulebeek -> HS
Postnummer : 8501
Telefoon: zone 056
Codenummer Nationaal Instituut van de Statistiek: (NIS-code): 34016
Afstanden : Bissegem 3 km – Brugge 45 – Gent 48 – Gullegem 2,5
Kortrijk 3 – Kuurne 5,5 – Lendelede 5,5 – Menen 11,5 – Sint-Eloois-Winkel 6 – Wevelgem 6,5.

Heule kende volgende (onbevaarbare) beken (we geven tussen haakjes de lengte in Heule)
de Heulebeek (5501 m)
de Toortelbeek (2210 m) *
de Rakebosbeek (3464 m)
de Mellestraatbeek (1807 m)
de Disgrachtbeek (906 m) *
de Vlaanderenbeek (1202 m) *
de Magerstraatbeek (1379 m)
de Rattekotbeek (583 m)
de Bosbeek (423 m)
de Zwembeek of Vaernewyckbeek (1963 m)
de Vestingbeek (335 m)
Totale lengte : 14.684 m. De gemarkeerde beken mondden uit in de Heulebeek.
Nu zijn vele (delen) van deze beken vervangen door riolering en overduikerd.

Administratieve eenheden

Burgerlijk:
– Graafschap Vlaanderen
– Kasselrij Kortrijk, Roede van Menen
– Departement van de Leie
– Provincie West-Vlaanderen
– Arrondissement Kortrijk (bestuurlijk en gerechtelijk)
– Gerechtelijk kanton: Kortrijk 1 (vroeger Moorsele)
– Deelgemeente van Kortrijk sinds 1977
Kerkelijk :
– Bisdom Doornik, Gent (1801), Brugge (1834)
– Dekenij : Kortrijk

Beknopte geschiedenis

Een pijltje verwijst naar een artikel in Heulespiegel (zie overzicht)
n Heule zijn enkele overblijfselen uit de neolithische en de Gallo-Romeinse tijd gevonden. Van de Ieperseweg wordt aangenomen dat die een overblijfsel is van de Romeinse heerweg die via Ieper naar Cassel liep.
De grootste heerlijkheid in ons dorp gedurende de Middeleeuwen was die van Heule met het Hof van Heule als centrum. Ze werd gehouden van het Kasteel van Kortrijk. Van deze heerlijkheid hingen in 1384 26, in 1502 45 achterlenen af. Hiervan lagen er 17 in Heule zelf, waaronder Grysperre (-> HS), Kransvijver, Leiaarde (à HS), Louverie, Montoye en Borborg. Alleen Grysperre (-> HS) en Borborg hadden een hoeve als kern. Grysperre bestaat nog, Borborg is verdwenen na de aanleg van het Industrieterrein Heule-Kuurne. Deze laatste heerlijkheid was steeds in het bezit van de heren van Ingelmunster en had op zijn beurt verschillende achterlenen, onder meer Melle (-> HS) en Steenakker. Buiten Heule en zijn achterlenen waren er nog enkele vreemde heerlijkheden met cijnsgronden in Heule: Bachterelst, Bissegemstrate of Hembyze, Caverinus. Grafelijke spijkergronden behoorden tot de ammanie van Steurenambacht en er was ook een weinig Vrij Eigen.

De heerlijkheid van Heule was in het bezit van de heren van Heule die vanaf de 14de eeuw ook heren werden van de parochie. De heer van Heule was één van de 12 voornaamste leenmannen van het Kasteel van Kortrijk.
De eerst bekende heer, Zeger van Heule, wordt vermeld vanaf 1111. De volgende, Walter van Heule, alias van Zomergem vanaf 1195. Na hem kwamen achtereenvolgens de families van Heule, van Fléchin, Boetelin, die de naam van Heule overnam, van der Gracht, van Liedekerke, Basta en d’Ennetières (à Wapen van Heule).
HEREN VAN HEULE
1. Zeger van Heule. Vermeld van 1111 tot 1133.
2. Wouter I van Zomergem en Heule (1195-1233). Ridder. De wapenschilden van Heule en Zomergem zijn identiek op de kleuren na.
3. Willem van Heule (zoon van 2) (1221-1236). Ridder. Trouwde met Raiardis en nadien met Adelissa van Oostvleteren.
4. Zeger van Heule (1260- + voor juni 1262). Schildknaap. Trouwde met Isabella van Heestert, die voor oktober 1277 hertrouwde met Geraard van Roden, heer van Melle. De plaatsnaam Melle herinnert daaraan.
5. Willem van Heule (1262-1300). Ridder. Getrouwd met Ymeine (vermeld in 1282). Mogelijks volgden zijn zonen Gerard (die een zoon Boudewijn had), Walter en Jan hem op. Maar uiteindelijk ging het bezit van de heerlijkheid over via vrouwelijke lijnen.
6. Marie, vrouw van Heule (dochter van 5?), trouwde met Frans du Poul.
7. Margriet van Heule x Riflart de Flechin
Margriet (dochter van 6 ?),trouwde met Riflart de Flechin (vermeld in 1316, 1325).
8. Willem van Fléchin trouwde met een van Beveren (?). Opvolging is hier onzeker. Verderding van de heerlijkheid onder drie dochters, respectievelijk getrouwd met de heer van Lichtervelde, met Willem van  Bavinchove en met Rogier van Izegem.
9. Marie van Flechin (+ 1376) vrouw van Heule en Bury, trouwde achtereenvolgens met Rogier van Izegem (vermeld in 1349) en Zeger Boetelin, heer van Westhove. Laatste kwam uit een voorname maar niet adellijke familie uit Kortrijk. Hij bekwam het recht voor hem en voor zijn nakomelingen het wapen en de naam van Heule te dragen. Zeger en Maria werden in de kerk van Heule begraven vóór het hoofdaltaar, respectievelijk in 1370 en 1376.
x Zeger Boetelin (+ 1370)
10. Rogier van Heule alias Boetelin (+ ca. 1422)
trouwde met Maria van Nevele, vrouw van Lichtervelde. Beiden werden in Heule begraven. Ze lieten niet minder dan 9 kinderen na, waaronder 5 jongens. De heerlijkheid ging naar de tweede zoon.
11. Rogier van Heule, heer van Heule in 1427, trouwde met Beatrijs van Masminnes, vrouw van Leeuwergem.
12. Willem van Heule (+ 1487) (oudste zoon van 11), trouwde met Florentine Wielant (+ Vichte 1524). Burggraaf van Kortrijk. Hij werd in 1487 vermoord door Adriaan Vilain, heer van Liedekerke bij de verdediging van de stad Kortrijk. Bij de belegering van het kasteel aldaar gingen alle oude registers en bewijzen voor Heule in de vlammen op. De heerlijkheid ging naar zijn zuster. (-> HS, nr. 33)
13. Isabella van Heule (+ 1492) x 1448 Wouter van der Gracht (° 1416 + 1505)
Wouter van der Gracht was heer van Moorsele. Door dit huwelijk kwam Heule onder een nieuw geslacht en werd het centrum van de heren van Heule naar Moorsele verplaatst waar de van der Grachts hun eigen kasteel hadden.
14. Diederik van der Gracht (+ vóór 1505), heer van ter Gracht, Moorsele, trouwde met Elisabeth van Gistel, vrouw van Axel. Toch was hij dorpsheer van Heule en werd ook in Heule begraven evenals zijn echtgenote. De heerlijkheid ging naar hun oudste dochter.
15. Wouter van der Gracht (+ 1554)
16. Maria van der Gracht (° 1494 + 1564) trouwde in 1528 met Filips van Liedekerke
(° 1503 + Aalst 1564) trouwde achtereenvolgens met zijn nicht Adriana van der Gracht en in 1541 met Anna de Ligne. Hij stierf in 1554 zonder kinderen uit beide huwelijken.
De heerlijkheid ging naar zijn oudste zuster.
17. Antoon van Liedekerke (° 1533 + 1604) (zoon van 16), trouwde in 1562 met Louise de la Barre (+ 1606), dochter van de graaf van Moeskroen. Beiden werden in Heule begraven en niet in Moeskroen waar ze hun verblijf hadden. Het is de laatste heer van Heule die ook in Heule begraven werd. Hij noemde zich baron van Heule. (-> HS, nr. 32).
18. Gilbert van Liedekerke (° 1566 + 1606) werd in 1604 heer van Heule en stierf kort nadien.
19. Ferdinand (° ca. 1570 + 1612) (broer van 18), trouwde in 1609 met Eleonora van Noyelles (+ 1612). Beiden werden in Moeskroen begraven.
20. Ferdinand-Joris van Liedekerke (° 1611 + 1645) (enige zoon van 19), stierf ten gevolge van een verwonding opgelopen tijdens de belegering van Hulst. Hij was getrouwd in 1636 met Cosima Maria Magdalena Spinola, maar dit huwelijk bleef kinderloos.
21. Ferdinand Basta (° 1596 + 1652) was een zoon van Georgius Basta en Anna van Liedekerke, dochter van Antoon (17). Hij trouwde in 1618 met Francisca van der Gracht, dochter van Wouter en Isabella van Vlierden. Ze werden beiden begraven in Zulte. Dit echtpaar had niet minder dan 12 kinderen, waarvan er 8 hun ouders overleefden.
22. Georges Basta (+ 1663)
23. Nikolaas Ferdinand Basta (° 1627 + 1682) (zoon van 21). Hij stierf in Kortrijk na een beroerte tijdens een bal. Hij was ongehuwd en werd begraven in Moeskroen.
Nikolaas (broer van 22) trouwde in 1664 met Maria Michaele de Jauche de Mastaing (+ 1667) en in 1668 met Joanna Maria Lallemand. Uit zijn eerste huwelijk liet hij 2 dochters na.
24. Alexandra Francisca Basta (+ 1738) x 1681 Jacob Frans Hippoliet d’Ennetières (+ 1738)
Door dit huwelijk kwam Heule onder de familie d’Ennetières. Het archief van deze familie wordt bewaard in het Rijksarchief in Kortrijk.
25. Jacob Frans Jozef Maximiliaan d’Ennetières (° 1694 + 1720) trouwde in 1717 met Isabella Margareta Ernestina de la Faille (° 1698 + 1718)
26. Ingelbrecht Frederik Maximiliaan Jozef d’Ennetières (° 1718 + 1758)
27. Albrecht d’Ennetières (° 1740 + 1759) trouwde in 1739 met Joanna Ernestina Albertina de Sainte-Aldegonde de Noircarmes (° 1719 + 1788). Albrecht is zoon van 26.
28. Jozef Maria Edward Balderik d’Ennetières (° 1742 + 1786) (zoon van 26) Hij bleef ongehuwd en werd opgevolgd door zijn broer.
29. Jozef Maria Balthazar Alexander d’Ennetières (° 1743 + 1817)
trouwde in 1787 met Rosa Charlotta Anna Gabriela de Sainte-Aldegonde de Noircarmes (° 1764 + 1818). Hij is de laatste feodale heer van Heule.

Het patronaat over de parochiekerk behoorde sinds 1143 toe aan het Sint-Pieterskapittel van Rijsel, dat ook de grote tiendenheffer in Heule was. In 1295 werd de kapelanie van Sint-Eutropius gesticht door Willem van Grysperre. Waarschijnlijk heeft Eutropius, vereerd in het Franse Saintes (dat op de route naar Compostella ligt), de H. Amandus als patroonheilige van de kerk verdrongen. Amandus bleef de tweede patroon van de kerk. De devotie tot de H. Man Job heeft op zijn beurt die van Eutropius vanaf de 16de eeuw wat verdrongen.

In de slag bij Westrozebeke in 1382 lieten 26 Heulenaren het leven en van vele anderen werden de goederen verbeurd verklaard. Zoals de omliggende parochies had Heule veel te lijden onder de godsdiensttroebelen en de pest in de tweede helft van de 16de eeuw. De oorlogen in de 17de en 18de eeuw spaarden ook Heule niet. Bij de vele belegeringen van Kortrijk diende het dikwijls als uitvalsbasis.
Kaart van de kasselrij Kortrijk
(Klik op afbeelding om te vergroten)

Heule maakte in het ancien regime deel uit van de Roede van Menen, een onderdeel van de Kasselrij Kortrijk. De Vrede van Aken (1668) verklaarde de Kasselrij Kortrijk tot Frans gebied. De Vrede van Nijmegen (1678) bracht de kasselrij terug onder Spaans bewind, maar droeg de stad en de Roede van Menen over aan Frankrijk. Tot de Vrede van Utrecht (1713) behoorde Heule dus tot Frankrijk. Eenmaal los van Frankrijk bleef de Roede van Menen tot het einde van het ancien regime (voor 1 oktober 1795) een aparte kasselrij vormen.

Heule heeft ook zijn aandeel gehad in beide wereldoorlogen. Op het einde van de Eerste Wereldoorlog werd het dorp langdurig beschoten. De Tweede Wereldoorlog kostte in het totaal aan 32 Heulenaren het leven.

Heule bleef lang een zuiver landbouwdorp.(-> J.ROELSTRAETE, I. CALLENS, L. GHILGEMYN, C. DECALUWÉ, Landelijk leven en hoevengids Groot Kortrijk. Deel 6. Heule, Tielt, 1994). De mechanisatie begon er vanaf 1860. Met de oprichting van een loodwitfabriek in 1865 begon ook de milieuvervuiling (à HS). De vestiging van een industrieterrein in 1960 was het startsein van de echte industrialisatie.
Waar Heule in 1800 2898 inwoners telde, was dat bij de samenvoeging van de gemeenten in 1976 10.244.
Burgemeesters van Heule
Frans Vanbelle 1795 – 1 messidor VII
Pieter Joseph Delchambre (gewezen baljuw) 30 messidor VIII – 2 Floréal X
Francis Constantin Lagae-Verhaeghe 20 Floréal X (meier) 1815 – 1830 burgemeester
Petrus Gheysen 1830 – 1836
Joseph Lambelin 1836 – 1843
Francis Constantin Lagae-Verhaeghe 1843 – 1848
Franciscus-Judocus Lagae 1848 – 1853
Joseph-Edouard Lagae 1855 – 1865
August Lagae 1867 – 1882
Alois Devos 1882 –1908
René Goethals 1912 – 1921
Arthur Wildemeersch 1921 – 1952
Georges Cattebeke 1952 – 1977

Heule wordt ‘het dorp van Tineke’ genoemd naar het personage uit het bekende liedje van Emiel Hullebroeck op tekst van René De Clerck. Sinds 1964 vinden er jaarlijks de Tinekesfeesten plaats tijdens dewelke een Tineke van Heule wordt verkozen.

Bezienswaardigheden

Een wandeling in Heule met een gids kan steeds aangevraagd worden bij de West-Vlaamse Gidsenkring. Een pijltje (of à) verwijst naar een artikel in Heulespiegel. Er is een lijst van onroerend erfgoed in Heule op wikipedia. Wandelingen of een fietstocht kan je ook met Kijken naar Heule. Het dorp van Streuvels, Heule, 2019.

Bij het dorpsplein staat de Sint-Eutropiuskerk, met de sinds 1937 beschermde toren. Hij werd in 1542-1543 met zandsteen gebouwd en gerestaureerd in 1932, 1965-1967 en 1994. De kerk zelf werd herhaaldelijk verbouwd en vergroot, onder meer in de 18de eeuw. Ze verving een romaans, driebeukig basilicaal kerkje. In de loop van de 15de eeuw bouwde men tegen de noordelijke gevel van het uitgebouwde koor de Onze-Lievevrouwekapel, bestemd als grafkapel van de Heren van Heule. Tijdens de Tweede Wereldoorlog liep de kerk grote schade op. Men besloot tot een volledige vernieuwbouw. De kerk werd in neoclassicistische stijl herbouwd en opnieuw ingewijd in 1956.
Buiten de kerk staan links en rechts van de toren twee arduinen roepstenen. In het portaal zit een gedenksteen uit 1872 met de namen van de bekende pastoors van de parochie. Twee 19de-eeuwse eikenhouten deuren met antiek glas vormen een sluisvormige toegang tot de kerk. De kerk heeft een sober interieur met muurbekleding van Slovenische eik, van 1963, en met moderne glas-in-loodramen (1962-1963) door Michiel Leenknegt (1912-1985) (à HS). Links van de 18de-eeuwse notelaren preekstoel staat het beeld van Sint-Job van 1823 van Pieter Jan Devos (1778-1864). Sint Job wordt in Heule sinds eeuwen vereerd en aangeroepen tegen zweren en voor geduld. Het huidige orgel is van 1969 en komt uit het Doornikse huis Delmotte. Het verving het zwaar beschadigde Forrest-orgel van 1867. De eeuwenoude doopvont in de hoek herinnert aan het doopsel van Streuvels op 3 oktober 1871. De kruisweg van 1866 is van Lieven Vermote (1827-1869). De smeedijzeren communiebank is in Lodewijk XV-stijl.
Boven het linkerzijaltaar hangt het schilderij Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans en boven het zuidelijke zijaltaar het doek Verheerlijking van Sint-Eutropius dat sommigen aan de Roeselaarse kunstschilder Mioen (1776-1851) toeschrijven, anderen aan Charles Caullet (1789-1861). Kruisafneming boven het hoogkoor is van Niklaas de Liemackere, gezegd Roose (1601-1644), afkomstig van het Kortrijkse recollettenklooster. Boven het koorgestoelte van 1963 hangt het Laatste Avondmaal van de Heulse schilder Paul Claerhout (1894-1984,) links Piëta uit de school van Rubens. In de rechterzijbeuk staan de beelden die deel uitmaakten van de calvarieberg, voordien aan de buitenzijde van de toren. De kerkschat omvat zilverwerk en een kazuifel uit de 18de eeuw..
Bij de dorpskerk staan twee monumenten. Het grafmonument voor de ouders van Guido Gezelle werd opgericht in 1961 niet zo ver van de plaats waar ze begraven lagen (het Hoveke in de volksmond) en is een werk van Lucien van Parijs uit Gentbrugge. Het andere monument is het monument voor de gesneuvelden van beide wereldoorlogen (-> HS).
Tegenover de kerk werd in 1892 de neogotische pastorie gebouwd naar een ontwerp van architect Jules Carette (1866-1927). De pastorie bezit een reeks portretten van Heulse pastoors vanaf pastoor Six (1803-1831).
Naast de pastorie ligt het kasteel met park en vijver (à HS). Het kasteel is trouwens gebouwd op de plaats waar de oude pastorie lag. De familie Lagae bezat er in de 19de eeuw een Engelse tuin. De kleine Franse tuin naast het kasteel is nu parkeerterrein. In 1895 werd het landgoed verkocht aan de familie Goethals die het huis met een paar verdiepingen uitbouwde. In 1965 kocht de gemeente Heule het domein en gebruikte het kasteel als gemeentehuis. In de koetshuizen waarvan de hoge toegangspoort herinnert aan de tijd van de koetsiers met paard en kar, werd onder meer de Streuvelsbibliotheek (à) ondergebracht. In het publieke park van 3 ha, staat het Streuvelsmonument (1971) van Jan Vandekerckhove. In het park vindt men verder een vijver met enkele zeldzame moerascypressen, het beeldhouwwerk “Stabiele geborgenheid” (1971) van Luc Decroubele (Bavikhove 1945) en aan de koetshuizen staat Een schone ingang, een reliëf van Paul Van Rafelghem. Zowel kasteel als park werden in 2004 beschermd.
Achter het park ligt de Peperstraat met het nu verdwenen Curiosamuseum van Antoon Vanneste (+ 2001)(-> HS), het geboortehuis van moeder Agatha Lagae (1799-1864), stichteres van het klooster (-> HS). Ook de Nieuwe Lente uit 1975, tot voor kort een revalidatiecentrum. In de Peperstraat, vroeger gekend als de Krakeelhoek, speelde zich tijdens de schoolstrijd in 1880 een drama af waarbij een dode en een zwaargewonde vielen. In 1994 bracht de Heulse auteur Joris Denoo (° Torhout 1953) deze gebeurtenissen ten tonele in zijn verhaal Moord op de Krakeelhoek.
In de Mellestraat is het gebouwencomplex van het moederklooster van de zusters van liefde van Heule gevestigd met de school Spes Nostra ->. De regel van deze orde werd in 1836 goedgekeurd. De eerste kapel werd gewijd in 1837, de tweede in 1846, de huidige in 1899-1901. In 1957 werd het neogotische interieur gemoderniseerd. Het huidige orgel is gebouwd door het huis Anneessens. (-> HS) Het klooster bewaart nog een borstbeeld van Guido Gezelle, werk van Jules Lagae. Florence Gezelle, de zuster van Guido, was hier non onder de naam zuster Maria Columba (1847-1917) (-> HS).
In de tuinen van het klooster staat het Hugo Verriesthuis. Hugo Verriest (1840-1922) was in 1877-1878 geestelijk directeur van het klooster (-> HS). In 1902 werd in de straat een nieuwe directeurswoning gebouwd.
Nog wat verder leidt een stemmige lindedreef naar het Hof ter Melle. In de weide op het einde van deze dreef bevond zich het schietplein met bijhorigheden van de Koninklijke Handbooggilde Sint-Sebastiaan van Heule (à Bib). Helaas moest alles wijken voor een nieuwe verkaveling. Het herenhuis naast de dreef was ooit de verblijfplaats van de eigenaars van het hof. (à HS) Men kan goed zien dat de Koffiestraat in het verlengde ligt van de gezegde dreef die ooit via het hof van Heule tot de Warande liep. In de Koffiestraat zijn nog enkele dorpswoningen met één verdieping bewaard waarvan de nrs 2, 4, 14-16, 18 en 20 sinds 2004 in de lijst van beschermde monumenten staan. Wat verder in de Mellestraat bevindt zich het rusthuis ter Melle, het dienstencentrum De Zevenkamer werd naar de Nieuwe Lente overgebracht.
In de Steenstraat nr 2 is de dorpswoning met typische schelpbepleistering sinds 2004 beschermd. Verder in de Steenstraat staat het stemmige Immaculataklooster van 1951. Ook deze straat ligt eigenlijk in het verlengde van de Koffiestraat en was de oude weg naar Roeselare.
In de Mellestraat bevindt zich ook het huidige kerkhof met enkele merkwaardige grafmonumenten die gebeeldhouwd werden door onder meer de Heulse kunstenaars André Potteau (1909-1998) en Paul De Knock (1920-1998).
(1920 – 1998).
Verder naar het noorden ziet u de gerestaureerde hoeve Grysperre (à HS). Via de Mellestraat, over de splitsing waar vroeger de herberg de Grysperre stond, bereikt u Heulebos. Het behoorde toe aan de familie Goethals en heeft een oppervlakte van 18 ha. Recht tegenover de hoeve ‘t Spaans Hof bevonden zich de woningen van componist Herman Roelstraete (1925 -1985) (à HS) en van kunstschilder en dichter Jacques Coryn (°1929-+2000).

Midden het dorpsplein prijkt sedert 1986 het standbeeld van Tineke van Heule van Leo Debuysere uit Oostwinkel. Op Heuleplaats stonden er twee woningen waar Stijn Streuvels ooit in zijn kinderjaren woonde. In één ervan overleed Monica Devriese (1804-1875), de moeder van Guido Gezelle. In 1999 werd er een herdenkingsbord aangebracht (à HS). Het huis met de ‘gerotseerde gevel’, het laatste nog intacte Streuvelshuis in Heule werd eindelijk beschermd. De buitengevel is nu gerestaureerd. Het interieur wacht nog op een zinnige bestemming. Op de zijgevel werd een mooie graffiti aangebracht door twee jonge kunstenaars, Pieterjan Boone en Jatse Verschoore. Aan Stijn Streuvels (Heule 1871- Ingooigem 1969) herinnert ook de Stijn Streuvelslaan. Met deze straat zijn o.m. dichter Dr. Wilfried Vancraeynest (Heule 1923 – Tielt 1979) en baron Maurits Wollecamp (Heule 1927- Knokke 1997) verbonden.
De weg naast het Oud-gemeentehuis (nu herberg Dudu) en de woning waar Streuvels nog woonde geeft toegang tot het Lagaeplein met zwembad en sporthal van 1973 en het ontmoetingscentrum de Vonke van 1991. De naam de Vonke werd bedacht door toneelregisseur Raf Lesage (1941-1995)(àHS). Bemerk aan de rand van het plein de Heulebeek met het bruggetje dat naar de Hofstede ter Melle leidt.
In de Zeger van Heulestraat (genoemd naar de eerste heer van Heule) staan huizen van eind 19de-begin 20ste eeuw, gebouwd door de families Demyttenaere (nu bewoond door Dr. Pol Vermeersch (° Kortrijk 1951), in zijn vrije tijd acteur, hofnar en dichter) Lagae, Iserbyt (nu bewoond door ex-volksvertegenwoordiger Mr. Franz Van Steenkiste en beschermd, het huis waar kunstenaar José Vermeersch (Bissegem 1922 – Lendelede 1997) woonde, het huis Holvoet (Villa des abeilles, nu ‘t Craeyenest) en ook het geboortehuis van essayist prof. Jules Vanackere (° Heule 1914 + 2008)(-> HS). Het typisch arbeidershuisje van één bouwlaag met fraai afgewerkte dakkapel op nr. 38 werd eveneens in 2004 beschermd.
Via een mooie dreef bereiken we de heerlijkheid van Heule. Een poortgebouw van 1722, maar vernieuwd na de brand in 1901, met de wapens van de familie d’Ennetières, geeft toegang tot het erf. Aan de woning zien we het wapen van Heule (->). Het traprad was een restant van een karnmolen. Voor het poortgebouw staat een cichorei-ast van omstreeks 1885 (à hoevengids). De hoeve en het poortgebouw werd in 2004 beschermd als monument, de omgeving werd reeds in 1995 beschermd als dorpsgezicht. In de verte ontwaart u de hoeve ter Melle en de Toortelbeek. Van de dreef die vroeger beide hoeves verbond blijft niet veel over.
Aan de Lage dreef staat het sinds 2004 beschermde omwalde Rattenkasteel. Sedert 2015 restaurant en feestzaal Hula, Jan Baptiste Ghellinck, bijgenaamd mijnheer van Reynsackere, eerste schepen van Kortrijk (1672-1721) en zijn vrouw Marie Margriet Wallaert (1674-1715) bouwden dit speelhuys naast de door hen gekochte hoeve (beschermd in 2004) en de hoeve in de Groenestraat. De namen van de hoeven herinneren aan de eigenaar. De Lage dreef loopt uit in de Wittestraat, die zijn naam dankt aan een verdwenen herberg en hoevetje. De beschermde Tabakshoeve aan de Groenestraat nr. 4 is een 18de-eeuwse boerenwoning in vakwerk.
Over de herberg de Heerlijkheid (of Aan weerskanten van het gelijk) en het klein stationsgebouw leidt de Warande naar de beschermde Warandekapel, herbouwd in 1742, een mariale bedevaartplaats. Dicht bij de kapel lag de warande of het wildpark van de Heren van Heule. In de kapel worden de 17de-eeuwse beelden van Sint-Rochus en Sint-Job en een gekleed Mariabeeld uit de 18de eeuw bewaard (-> HS). In de Warande komt u aan de brug opnieuw de Heulebeek tegen. Door de meersen loopt ze naar de Watermolen. Een deel ervan bestaande uit een langgerekte strook van anderhalve ha werd in 2004 door Natuurpunt aangekocht.
Aan de weg van het station naar de wijk Watermolen staat Preetjes molen, de in Europa unieke vlaszwingelmolen gebouwd door Ivo Deprez ca. 1866, beschermd sinds 1944, grondig gerestaureerd in 1994 (à HS). Ook de omgeving is sedert 1995 als dorpsgezicht beschermd.
Het gehucht Watermolen ontleent zijn naam aan de vroegere watermolen op de Heulebeek. Op dezelfde plaats werd het molenhuis als culturele ontmoetingsplaats Molenheem ingericht. Het voormalige molenaarshuis (Watermolenwal 11) werd in 2004 een beschermd monument.

De neogotische Sint-Godelievekerk van 1868 werd gebouwd op initiatief van Ursula Dinnecourt (1815-1887) naar een ontwerp van Jan Clarysse (1814-1874). Ze brandde tijdens de restauratie- en uitbreidingswerken in 1988 uit en werd opnieuw gerestaureerd in 1989-1992. Het orgel is van 1743 en werd gebouwd door door Andreas Jacobus Berger (1712-1774). Het is afkomstig uit de kerk van Loppem, werd gerestaureerd in 1980 en na de brand in 1988 door het huis Loncke uit Zarren hersteld. Er staat een barok hoofdaltaar met het schilderij Laatste Avondmaal toegeschreven aan J.B. Herregouts, allebei 17de-eeuws. In 2004 werden op de Watermolen nog enkele dorps- en arbeiderswoningen als monument beschermd (Izegemsestraat 101-105, 236-240, 244-260. De huisjes nrs 236 tot 252 dateren van 1835, de nrs 254 tot 260 werden gebouwd in 1893. Deze representatieve voorbeelden van typisch Vlaamse dorpsarchitectuur dreigden door hun kleinschaligheid te verdwijnen. Het nr. 242 is de nu beschermde maar verbouwde Watermolenhoeve. Ook de gerenoveerde arbeidershuisjes nr 255-264, 265 (niet gerenoveerd) , 267-271 werden beschermd. Het geheel is een voorbeeld van een pleinbeluik. Op de Watermolenwal 35 de Schapershoeve. De hoeve werd nu opgenomen in het dorpsgezicht beschermd in 1995. De hoeve dankt zijn naam aan de familie Albers, ooit als zogenaamde ‘Duitse schapers’ in onze streek beland.
Tegenover de oude Leyaerde (à HS), aan het huis in de Kortrijkstraat waar voordien het geboortehuis van Stijn Streuvels (Heule 1871-Ingooigem 1969) (à HS) stond, hangt een bronzen VTB-gedenkplaat uit 1938 door de Heulse beeldhouwer André Potteau (1909-1953). Op dezelfde plaats overleed Pieter Jan Gezelle (1791-1871), de vader van Guido (à HS). Het huis is thans bewoond door dichter en essayist Erik Spinoy (Aalst 1960).
Via een wandelweg vanuit de Kortrijkstraat langs het stedelijk sport- en speelcentrum en de sinds 2004 beschermde hoeve de Blauwpoort (ook te Leynvals of het Hospitaalgoed genoemd) – let op het Onze-Lieve-Vrouwekapelletje, voordien in de Kortrijkstraat en hier herbouwd – bereiken we de wijk Haantjeshoek of Fatimawijk met een modern-gotische Onze-Lieve-Vrouwekerk van het passionistinnenklooster (1952-1953) naar een ontwerp van E. Haezebrouck uit Kortrijk. Sinds 1966 is ze parochiekerk. In 2015 werd het gebouw overgenomen door de vzw Oranjehuis. De parochie hield op te bestaan.Tegenover de Fatimakerk ligt het kasteel ter Lindenhof. Het werd gebouwd in 1912 door industrieel G. Oosterlynck en in 1946 verkocht aan Leon Vanlerberghe. De plannen waren van architect Carette die een gebouw ontwierp in neoklassieke eclectische stijl. Er is een mooie hal in Lodewijk XV-stijl. De schilderijtjes in de eetkamer zijn waarschijnlijk werk van Albert Caullet. De schilderijen in het salon bevonden zich oorspronkelijk in de apotheek die ooit op de hoek van de Kortrijkse Korte Steenstraat stond en zijn (volgens P. Debrabandere) van een voorouder van A. Caullet. In de Oude Ieperseweg 143-145 de hoeve Ter Houppie met op een mote een bijhorend speelhuis of huis van plaisance. Beide werden in 2004 beschermd.
J. Roelstraete
(gewijzigde vorm van onze tekst gepubliceerd in: O. VANDEPUTTE (red.), Gids voor Vlaanderen. Toeristische en culturele gids van de Vlaamse gemeenten, Tielt, 2007, 669-672).

ENKELE BEKENDE HEULENAREN

André Florent Joseph POTTEAU (° Heule 4.2.1909, + Sint-Martens-Leerne 5.2.1953). Zoon van timmerman Alphonse Potteau en van Virginia Tanghe. Kunstenaar,beeldhouwer. Volgde een opleiding bij Lafontaine in Menen en bekwaamde zich vooral in houtsnijwerk. Hij vestigde zich in Oost-Vlaanderen en woonde in Gent. Maakte o.m. heel wat funerair werk. Beelden van hem zijn te zien op de kerkhoven van Heule, Ledeberg, Waarschot, enz. Bekend is vooral de gedenkplaat aan het zg. geboortehuis van Stijn Streuvels in de Kortrijkstraat in Heule. Hij was gehuwd met Maria Ludovica Van Branteghem. Hij kwam om het leven door een ongeval in Sint-Martens-Leerne.

Herman ROELSTRAETE (° Lauwe 20.10.1925, + Kortrijk 1.4.1985). Hij was een belangrijk en veelzijdig musicus, actief als muziekpedagoog, dirigent, zanger, organist, musicoloog en componist. Hij woonde van 1961 tot aan zijn overlijden in de Mellestraat in Heule. Hij ligt begraven bij het oude kerkje van Vichte. Hij was gehuwd met Miep Instael.

Jules VAN ACKERE (° Heule 8.2.1914, + Ukkel 3.2.2008). Letterkundige, essayist, cultuurhistoricus, musicoloog en toondichter, hoogleraar. Studeerde eerst geneeskunde (1934), nadien romaanse filologie aan de Gentse universiteit (1939). Hij volgde piano en muziektheorie aan het conservatorium in Gent (1935-1937) en tenslotte kunstgeschiedenis aan de universiteit van Florentië. Een werk over Keats en Baudelaire werd bekroond door de Kon. Vlaamse Academie. Hij componeerde ook kamermuziek en liederen. In 1965 werd hij hoogleraar Italiaanse taal- en letterkunde aan de Antwerpse UFSIA. In zijn musicologisch oeuvre beklemtoont hij vooral het esthetisch aspect van de muziek. Hij schreef honderden artikels in De Standaard en werkte mee aan tijdschriften als Kultuurleven, Streven, Dietsche Warande en Belfort, Vlaanderen, Muziek en Woord. Hij was ook medewerker muziek voor Radio 3. Hij was gehuwd met Madeleine Cattebeke.
Bib. art. in: A. CORBET, W. PAAP, Algemene Muziekencyclopedie, dl. I, Antwerpen-Amsterdam, 1957; in: Lexicon van de Muziek in West-Vlaanderen (III)

Wilfried VANCRAEYNEST (° Heule 9.2.1923, + Tielt 21.5.1979). Zoon van Georges en Alice Kimpe. Geneesheer-internist, dichter. Dichtbundels: Schadeloos aanwezig (1972), Dwalend als een lange zenuw (1973), Van water waarop drinkbaar staat (1974), De wind ten behoeve (1976), Mijn ogen een varende schaduw (1980, posthuum).
Bib. : P. THIERS, Herinnering aan Dokter Wilfried Vancraeynest, in: Heulespiegel, nr. 19 (1994), p. 22-24.

Ivo Joannes VAN STEENKISTE (° Heule 27.10.1827, + Heule 22.5.1898). Hij was de zoon van Ivo Eugenius Van Steenkiste en Marie Anne Van Overbeke. Hij bleef ongehuwd. Hij volgde zijn vader op als bakker en bleef dit tot aan zijn overlijden. In 1857 werd hij aangesteld tot gemeenteonvanger en ontvanger van het Bureel van Weldadigheid. Hij was ook leermeester aan de Weefschool. Ivo is vooral bekend als de auteur van de Proef eener geschiedenis der gemeente Heule, Kortrijk, 1889.

BIBLIOGRAFIE
Volledige informatie vindt u in het standaardwerk voor Heule:
J. ROELSTRAETE m.m.v. K. COTTENIE, B. HUYSENTRUYT, N. MAES, F. MAHIEU, L. SOENS, P. THIERS, Heule 1111-2011, Heule, 2011, 655 blzn.

Verdere bibliografie:
B. CARRON (mmv J. ROELSTRAETE, F. MAHIEU, A. DE GUNSCH), Beschermde monumenten & dorpsgezichten Heule, Heule, 2006, 20 blzn.
K. COTTENIE, A. DELATTER, S. HUGELIER, P. SOENS, Tineke van Heule ons maartje (1988-2003), Heule, 2003, 188 blzn.
J. DEBAERE, Heule. Sint-Eutropiuskerk, Heule, (1993), 39 blzn.
J. DEBAERE, J. ROELSTRAETE, 100 jaar pastorie, Heule, 1991, 12 blzn.
D. DEBONNÉ, 1896-1996 Honderd jaar Brandweer Heule, Heule (Continuga), 1996, 143 blzn.
A. DE GUNSCH, S. DE LEEUW, C. METDEPENNINGHEN, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed. Provincie West-Vlaanderen. Gemeente Kortrijk. Deel II A. deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem en Heule, Brussel, 2006.
J. DENOO, J.WIJFFELS, Tineke van Heule ons maartje. Boek II (1983-1988), Heule, 1988, 72 blzn.
C. DEREZ, P. DEWILDE, A. GEVAERT, K. GEVAERT, D. HUYSENTRUYT, S. WARLOP, Sente. Een grensgeval, Buurthuis Sente, 2013.
J. DESMET, 75 jaar koninklijke fanfare St.-Cecilia Heule. Historiek 1894-1969, Heule, 1969.
L. DEVLOO, Heule. Het dorp van Tineke en Stijn Streuvels, Antwerpen (VAB Vlaamse toeristische bibliotheek, nr. 93), 1968.
G. LUTS, N. MAES, L. SOETE, Zo maar … Honderd Heulenaars, Heule, 1978.
N. MAES, J. ROELSTRAETE, L. SOETE, Het tinekespad Heule, Deerlijk (Wandelclub Vakantiegenoegens), 1980, 39 blzn.
F. MAHIEU, ‘De restauratie van de Warandekapel in Heule/Kortrijk, in Monumenten en Landschappen, Nr. 25 (2006), 6-13.
K. NORGA, De Heulebeek. Computermodellering als methode, hoogwaterbeheer als doel, Brussel, 2001, 40 blzn.
J. ROELSTRAETE, Heule, in: De Leiegouw, XX (1978), p. 333-350.
J. ROELSTRAETE, I. CALLENS, L. GHILGEMYN, C. DECALUWÉ, Landelijk leven en hoevengids Groot Kortrijk. Deel 6 Heule, Tielt (Lannoo), 1994, 255 blzn.
J. ROELSTRAETE, N. MAES, L. SOENS, J. MOREELS, Kijken naar Heule. Het dorp van Streuvels. Vijf wandelingen en een fietstocht, Heule, 2019.
L. SLOSSE, ‘Heule’, in: Rond Kortrijk, Roeselare, 1903-1904, II, 595-649.
L. SOENS, De koninklijke handbooggilde Sint-Sebastiaan van Heule 1611-1986, Heule, 1986, 113 blzn.
L. SOENS, De Sint-Godelievekerk Heule-Watermolen, Heule, 1992, 214 blzn.
Stijn STREUVELS, Heule, Kortrijk, 1942.
K. SUYKERS, Geschiedenis van St.-Katherina. Parochie op de gemeenten Heule, Kuurne en Lendelede, Kortrijk, 1970, 200 blzn.
G. F. TANGHE, De Beschryving van Heule, gevolgd door het leven van den Heiligen Job, die aldaer veel geëerd wordt, Roeselare, 1856.
P.THIERS, Opendeur bij “de ast” van de hoeve “De Heerlijkheid van Heule” 24 oktober 1993, Heule, 1993.
P. VAN BELLINGHEN, A. GOETHALS, B. D’HEYGERE, Kortrijk Residentieel Erfgoed, Kortrijk, 2005.
A. VAN DOORSELAER, J. VIERIN, E. WARLOP, N. MADDENS, P. VANCOLEN, De geschiedenis van Kortrijk, Tielt (Lannoo), 1990, 544 blzn.
L. VANMARCKE, R. BOONE, N. MAES, Tineke van Heule ons maartje … 1963-1983, Heule, 1983, 148 blzn.
E. VAN HOONACKER, Duizend Kortrijkse straten, Kortrijk, 1986, 591 blzn.
I. VAN STEENKISTE, Proef eener geschiedenis der Gemeente Heule, Kortrijk, 1889 (herdrukt, van een inleiding voorzien door J. Roelstraete en een alfabetische index van de persoonsnamen, Handzame (Familia et Patria), 1981), 221 blzn.
A. VOLCKE, 75 jaar broederschool Heule, 21 en 22 juni 1969, Heule, 1969, 39 blzn.
E. WARLOP, Heule en uw voorouders, Heule, 1973, 23 blzn.
Raadpleeg verder de artikelen verschenen in Heulespiegel. Zesmaandelijks tijdschrift van de heemkundige kring ‘Langs d’Heuleboorden’ verschenen sinds september 1984.